Overzicht van het talentontwikkelingsprogramma

In het Talentenwijzerprogramma doorloopt de student vijf opeenvolgende stappen:

 

  • je talenten benoemen;
  • je talenten beter leren kennen;
  • je talenten effectief gebruiken;
  • je ontwikkelingsdoelen bepalen;
  • je talenten optimaal ontwikkelen.

 

De stappen worden begeleid door individuele begeleidinggesprekken of klassikale lessen. Hieronder geven we een kort overzicht van de vijf stappen.

 

 

Stap 1: Je talenten benoemen

In stap 1 identificeren studenten hun talenten, persoonlijke kwaliteiten en sterke kanten. Een belangrijk hulpmiddel hierbij is het online zelf-assessement: de Talentenwijzer. De 'talenten' die met behulp van de Talentenwijzer worden benoemd zijn abstracte, contextloze eigenschappen: analytisch, besluitvaardig, communicatief, enzovoort. Het zijn globale kenmerken die iets zeggen over waar iemand goed in is, waar iemand plezier in heeft, wat iemand belangrijk vindt, wat bij iemand past.

 

Stap 2: Je talenten beter leren kennen

Vervolgens onderzoeken studenten wat deze kwaliteiten in hun geval precies inhouden. Waar ben ik goed in, wat gaat mij gemakkelijk af, waar ben ik succesvol in, en hoe hangt dit samen met mijn persoonlijke kwaliteiten? Voor veel studenten zijn deze eerste twee stappen echte ‘eyeopeners’. ’Je kwaliteiten zijn voor jou ”normaal”’. Je bent je er vaak nauwelijks van bewust dat anderen die kwaliteiten niet hebben."

 

Stap 3: Je talenten effectief gebruiken

Vervolgens leren studenten hoe ze dit inzicht in hun persoonlijke kwaliteiten kunnen gebruiken in hun studie. Er zijn grofweg twee manieren waarop studenten dit zelfinzicht kunnen toepassen: als kompas (waar wil ik naartoe, wat zijn mijn doelen?), of als hefboom (hoe kan ik mijn doelen bereiken op een manier die bij mij past?). In stap 3 leert de student hoe hij zijn talenten kan inzetten als hefboom. Hoe gebruik ik mijn talenten bij studietaken die mij goed afgaan? Hoe kan ik mijn talenten inzetten bij de vakken die mij moeilijk afgaan? Welke klussen liggen op mijn bord en hoe kan ik mijn talenten hierbij gebruiken?

 

Stap 4: Je ontwikkelingsdoelen bepalen

In stap 4 leren studenten hoe zij hun talenten kunnen gebruiken als kompas. Wat verwacht ik van het leven? Hoe zou het zijn als ik mijn talenten optimaal zou ontwikkelen? Wat wil ik bereiken? Wat wil ik leren? Voor het beantwoorden van dit soort vragen is inzicht in je talenten essentieel. Het doel van stap 4 is dat studenten uiteindelijk hun ‘persoonlijke kerncompetentie’ formuleren. Wat wordt mijn persoonlijk niche op de arbeidsmarkt? Waar wil ik echt goed in worden?

 

Stap 5: Je talenten optimaal ontwikkelen

In stap 5 onderzoeken studenten welke initiatieven en activiteiten zij in hun studie, werk en vrije tijd gaan ondernemen om hun doelen te realiseren. In deze stap komen ook zeer praktische vragen aan bod. Welke keuzemogelijkheden biedt mijn studie? Hoe kan ik mijn vrije studieruimte invullen? Wat zijn geschikte projecten voor mij? Wat zou een goede stageplaats zijn? Eén van de belangrijkste vaardigheden die in deze stap aan bod komt is: hoe zorg je ervoor dat er van je goede voornemens ook daadwerkelijk iets terechtkomt?

 

Persoonlijk excellentieplan

Uiteindelijk vatten studenten, heel kort, de essentie van de voorgaande stappen samen in een persoonlijk excellentieplan. Met dit plan gaan ze de daaropvolgende vier weken aan de slag. Het uitvoeren van het persoonlijk excellentieplan is geen tijdrovende klus. De essentie is dat studenten er een routine van maken om zich aan het begin van iedere week af te vragen: ’Wat ga ik deze week in mijn studie doen om mijn talenten en mijn persoonlijke kerncompetentie te ontwikkelen?’ Het uiteindelijke doel van het persoonlijk excellentieplan is dat studenten, door oefening en gewoontevorming, leren om hun dominante focus te verleggen: van studeren om te voldoen aan de minimumeisen die de opleiding stelt, naar studeren om je talenten te ontwikkelen en je idealen te realiseren.

 

Coaching & begeleiding

Het Werkboek Talentenwijzer is zo opgezet dat studenten alle oefeningen zelfstandig kunnen doen. Om effectief te zijn, is het echter van belang dat de opeenvolgende stappen worden begeleid door een docent, mentor of coach. Dit kan zowel individueel als klassikaal. Onder het tabblad ‘De coachingsgesprekken’ vindt u een handreiking voor het individuele gesprek. Onder het tabblad ‘Groepsoefeningen’ vindt u suggesties voor klassikale lessen.